Sinds het einde van de negentiende eeuw was België bijzonder actief op het gebied van de autoconstructie. Het land kende ook een behoorlijk aantal gerenommeerde carrosseriebouwers.

De eerste wereldoorlog bracht een eerste slag toe aan het automobiel productiepotentieel van ons land dat geen hoofd kon bieden aan de buitenlandse concurrentie waarvan de invoer in België vergemakkelijkt werd door een belastingsysteem met de lage invoerbelasting van Europa. Ofschoon enkele grote merken enkele jaren de storm overleefden, zal België zijn industrie redden door het assembleren van buitenlandse modellen, een activiteit die zich nog verder zal ontwikkelen na de tweede wereldoorlog.

Deze reeks artikelen probeert in alfabetische volgorde, de meestal in de vergetelheid geraakte Belgische constructeurs en carrossiers, waarvan sommigen hun stempel hebben gedrukt op de geschiedenis van de auto, te laten herleven.

Het is niet de bedoeling om de geschiedenis van de grote Belgische merken opnieuw te schrijven, wel op basis van goed gedocumenteerde werken een korte uitleg te geven over de merken die, zelfs soms slechts tijdens een korte actieve periode, met hun bijdragen en vakkennis de Belgische auto hebben groot gemaakt. OPGELET : De informatie per constructeur in de alfabetiche lijst werd in het Frans opgesteld. Op deze pagina verschijnt een ongelukkige automatische vertaling. Gelieve de correcte informatie op de pagina in het Frans te raadplegen.

Het geheel van deze documentatie is gebaseerd op de volgende referenties:

• “Encyclopédie complète de l’Automobile de 1885 à nos jours” door G.N.GEORGANO-1982;
• “Encyclopédie illustrée de l’Automobile dans le monde” – D. BURGESS WISE, 1993;
• “Histoire de l’Automobile Belge” – Y. en J. KUPELIAN en J. SIRTAINE;
• Catalogus Collectie G. MAHY;
• “Dictionnaire Marabout des voitures de sport et de compétition” – 1968;
• Privédocumenten.